Het is inmiddels een vast ritueel: als ik even een minuutje wil ontspannen loop ik naar het raam en werp een blik in de tuin. Zou het roodborstje er toevallig zijn? De mezen of misschien zelfs wel de vink? Of nog een andere vogel?
Wil jij ook kleine genietmomentjes? Lees dan verder, want we vertellen je graag hoe je meer vogels in je stadstuin of op je balkon kan krijgen.
Minder tegels, meer groen
Eerste tip is: zorg voor groen! Een hele betegelde tuin of balkon oogt in elk geval minder interessant dan een groene oase. Kun je misschien een paar tegels vervangen door een struik met lekkere bessen of een muur laten begroeien met een klimpant? Het dakje van de schuur voorzien van een groen (sedum)dak of een paar potten met planten neerzetten? Een schaalwater of een minivijver is (zeker in de zomer) ook een goed idee.
Bedenk dat alle beetjes helpen, niet alleen om vogels te trekken, maar ook tegen de hittestress in steden. (lees ook ons eerdere blog: 5 tips voor een koele tuin).
Wanneer voer je vogels?
Vogels vinden in de natuur allerlei eten. Maar omdat er steeds meer bebouwd is, is dat natuurlijk ook lastiger geworden. Daarom is het een goed idee om je tuin vogelvriendelijk in te richten en ze wat extra eten te bieden.
Wees niet bang dat je vogels verwend en ze afhankelijk worden: vogels zien jouw maaltje meer als een lekker extra snackje. Ze blijven ook zelf zoeken, overeten zich niet en verleren het voedsel zoeken niet. Was vroeger voeren buiten de winter een no-go, nu moedigen organisaties als de Vogelbescherming dat zelfs aan.
Maar per seizoen wisselt het menu wel:
- Winter: voer & water
- Lente: eiwitten & kalk
- Zomer: eiwitrijk voedsel
- Herfst: Bessen met veel vitamines
Wat voer je tuinvogels?
Zoals gezegd verschilt de behoefte per seizoen. Vetbollen en vogeltaarten van vet zijn vooral geschikt voor in de winter, omdat dit lekker veel energie levert om zichzelf warm te houden.
In de lente zijn de vogels druk in de weer. Dus is wat extra’s zeker welkom. Ze hebben dan vooral behoefte aan eiwitten en kalk. Je kan voor voer met meelwormen gaan, maar je kunt ook de schil van je gekookte eitje fijnstampen en aanbieden.
In de zomer gaan de vogels ruien en maken zich op voor de reis naar hun winterbestemming. Ook dan hebben ze dus behoefte aan lekker eten. Vooral insecten staan dan op het menu vanwege de eiwitten. Heb je insectentrekkende planten in de tuin staan? Dan ben je dit seizoen al goed bezig!
In de herfst kun je denken aan bessen en fruit, pinda’s en de eerste vetbollen.
Divers aanbod zorgt voor verschillende vogelsoorten
Naast een verschil in behoefte, heeft ook elke vogelsoort een andere voorkeur. En dat is niet alleen vanwege hun smaak, sommige snavels zijn meer gemaakt voor zaden dan die van anderen. Wil je veel verschillende vogels? Bied dan dus divers voer aan.
Wij hebben op het moment een aantal vetbollen hangen, een vogeltaart staan (hier lees je hoe je zo’n vogeltaart maakt), een pindakaas met bessen hangen, een pindaslinger, pinda’s in een silo en een voederhuisje met een pindacake. Verder ligt er nog wat los voer en stukjes gedroogde abrikoos. De meelwormen zijn besteld en worden dus nog aan het menu toegevoegd. Genoeg te kiezen dus!
Tuinvogels leren herkennen
Als je vogels in je tuin ziet, wil je natuurlijk ook weten welke vogel het is. Sommige ken je misschien al, maar als meer er komen (en als je volhoudt komen die echt), is de kans steeds groter dat je een nieuw exemplaar spot.
Wij maken dan vaak een foto en halen die dan door de app ObsIdentify, die dan meestal precies weet met welk soort we te maken hebben (behalve die keer dat hij onze hond als kat determineerde ;)). Maar er zijn nog veel meer websites, apps en boekjes over vogels herkennen.
Bij de Vogelbescherming kun je trouwens ook een gratis cursus Tuinvogels.
En als je ze dan kan herkennen, kun je bovendien elk jaar in januari meedoen met de Nationale tuinvogeltelling. Wij doen dat al jaren met veel plezier!
De volgende tuinvogeltelling is in 2022 van 28 t/m 30 januari.